28 september 2015

Bloedrode supermaan

De wekker stond op kwart voor vier en direct de beentjes uit bed.
Een kwartier later stond ik op een heuvel met vrij uitzicht op de horizon rondom.
Ik keek naar de maan.
Pas in 2033 zou ik opnieuw de kans krijgen om een "super maansverduistering" te zien.
Statistisch gezien betwijfel ik of ik dat nog ga meemaken.
Dus heb ik mij door de media laten opfokken om mijn warme bedje te verruilen voor een fris uurtje bovenop een heuvel.
In het oosten zag ik prachtig de morgenster Venus verschijnen.
Tot mijn verdriet stond hoog aan de hemel Orion, een teken dat de winter in aantocht is.
En in het westen de maan: rood en redelijk groot.

Achter mij zat een uil te keuvelen: schorre blafgeluidjes, zacht en vooral hees.
Het werd uit de verte beantwoord. Er volgde een moeizaam en ingewikkeld gesprek tussen twee uilen, nooit eerder zo gehoord, het had iets intiems en buitenaards.
Ik voelde mij een beetje een audio-voyeur.

Ik maakte een kiekje van de maan als bewijs dat ik hem heb gezien en ging terug naar huis, ik had het koud gekregen. In bed duurde het lang voor ik weer zo warm was geworden waarbij je inslaapt.
Van uilen droomde ik niet.

14 september 2015

Blij thuiskomen

Drie weken van huis, voor mij een lange periode.
De eerste twee weken verbleef ik in Nederland.
Lastig is dat geworden.
Familie bezoeken is een logisch gedrag.
Met vrienden is dat anders geworden merk ik.
Opbellen om te vragen of je op bezoek kunt komen.
Jezelf uit nodigen, nooit eerder gedaan.
Lastig is dat.
Wachten tot een vriend  mij uitnodigt; hoelang kun je wachten?
Lastig.
Weg gereden uit Nederland.
Familiebezoek in Duitsland en Frankrijk.
Vandaag kwam ik thuis en voelde mij direct thuis.
Maar het terugkijken is lastig!

1 september 2015

Pijn

Straatbeeld Arnhem: de Ketelstraat ,[jaren '30]. De versierde winkelstraat wordt gevuld met wandelaars (sommigen met fiets aan de hand) en een enkele auto.
Ik ben in Arnhem, de stad waar ik geboren ben.
Veranderd en hetzelfde gebleven.
Lopend door de binnenstad herken ik de meeste gevels.
Echter veel winkels, die erachter hun nering drijven zijn mij vreemd.
Uitverkoopachtige teksten, weinig artistieke etalages, goedkope uitstraling.
Het is niet vrolijk stemmend.
Zie daarbij de vele leegstaande panden en je kunt het uitgesproken droef noemen; het motregent bovendien.
Bij elke mij vreemde winkel wordt in mijn geheugen gezocht naar een beeld van vroeger: hier was chocolaterie Mousset, hier banketbakker Janssen, de boekwinkels Kroneman, Van Beek of Oranje.
Het lukt mij vaak een plaatje van vroeger op te roepen, echter in veel gevallen lukt dat niet meer.
Weemoed, oppoetsen van die Jugendzeit, romantiseren?
Is dit een gedrag dat alleen ik vertoon of beziet een ieder op dezelfde wijze de stad van zijn jeugd . . . . . . en wat zoek je dan?