24 augustus 2008

Koerna (=muisje)

Het muisje loopt vanuit de broedkamer naar de hoofdgang en volgt deze in de richting van de uitgang van haar hol.
Ze stopt als ze voor de helft buiten haar hol is gekomen.
Ze kijkt dromerig in het duister van de avond, maar ze is zeer alert. Met haar neus en oren scant ze de omgeving. Het muisje overdenkt de indrukken die ze met deze zintuigen verzamelt: het is veilig!
Ze schiet naar buiten en stopt onder een bosbessenstruikje.
Ze vindt er een verdroogde vrucht van een lijsterbes. Terwijl ze hieraan knabbelt, voelt ze de energie in haar lichaam toenemen. Het eten maakt haar weer onrustig. Het geluid van knabbelen en al die andere geluiden van schurende tanden en slikken maken haar tijdelijk doof voor andere geluiden in de omgeving.
Ze zoekt naar meer voedsel.
Snel, snel, alles doet ze nu snel. Ze wil niet lang buiten zijn; buiten is gevaarlijk.
Terwijl ze het bosbessenstruweel verruilt voor een oerwoud van adelaarsvarens, ligt aan de andere kant van de wereld Koerna in de zon op een grote vlakke steen die voor de helft, als een schiereiland, in het het water ligt.
Hij weet niet waar dit water heen stroomt, hij denkt dat een rivier iets rond is; na een tijd komt hetzelfde water weer voorbij.
Koerna noemt de steen zijn Grote Warme Schildpad en als hij hem zo noemt, dan heet hij ook zo. Koerna  betekent muisje en hij is klein, daarom is dat zijn naam, logisch!
"Koerna, Koerna!", klinkt het vanuit het dorp. Het is de stem van zijn moeder.
Geërgerd staat hij op en keert hij zich om. Hij ziet zijn eigen lichaam als een vochtige foto op de rug van zijn schildpad. Met zijn grote teen tekent hij een pijl in de modder naast de steen. De pijl wijst naar het dorp. Koerna loopt terug naar het water en wast zijn voeten.
Hij moet een smoes verzinnen. Zijn moeder heeft hem een tas meegegeven en verwacht van hem dat hij iets mee zal brengen voor het eten. Maar hij is gaan zwemmen en liet zich drogen op de grote steen in de zon.
Aan het verzamelen van voedsel is hij niet toegekomen. Hij is gaan nadenken. Dagdromen dat kan hij goed. Altijd wil hij vragen verzinnen. Hij kent inmiddels meer vragen dan de ouden antwoorden weten.
Koerna vertrouwt de antwoorden van anderen ook niet zo goed.
Beter is het zelf de antwoorden bij je eigen vragen te bedenken.
Ze is nu moe van het zoeken naar bessen.
Ze heeft er genoeg gegeten en ze voelt zich zwaar.
Ze wil slapen. Ze volgt de geur van haar urine die ze als spoor heeft achtergelaten.
Terug lopen nu.
De hele weg die ze aarzelend en speurend heeft afgelegd, volgt ze nu in de tegenvergestelde richting.
Nu laat ze zich niet afleiden, alleen ruiken en rennen.
Hijgend schiet ze haar holletje in.
Heel even heeft ze het gevoel dat het jammer is om naar binnen te gaan, de nacht te verlaten en hierover verbaast ze zich.........

22 augustus 2008

Het schrijverke (Gyrinus natans)


O krinklende winklende waterding,
met 't zwarte kabotseke aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op 't waterke gaan!
Gij leeft en gij roert en gij loopt zo snel,
al zie 'k u noch arrem noch been;
gij wendt en weet uwe weg zo wel,
al zie ' geen oge, geen één.
Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
Verklaar het en zeg het mij, toe!
Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,
dat nimmer van schrijven zijt moe?
Gij loopt over 't spiegelend water klaar,
en 't water niet méér en verroert
dan of het gladdige windtje waar,
dat stille over 't waterke voert.
o Schrijverkes, schrijverkes, zeg mij dan,-
met twintigen zijt gij en meer,
en is er geen een die 't mij zeggen kan:-
Wat schrijft en schrijf gij zo zeer?
Gij schrijft, en 't is uit en 't is weg;
geen Christen en weet er wat dat bediedt:
och, schrijverke, zeg het mij, zeg!
Zijn 't visselkes daar ge van schrijven moet?
Zijn 't kruidekes daar ge van schrijft?
Zijn 't keikes of bladtjes of blomkes zoet,
of 't water, waarop dat ge drijft?
Zijn 't vogelkes, kwietlende klachgepiep,
of is 'et het blauwe gewelf,
dat onder en boven u blinkt, zo diep,
of is het u, schrijverke, zelf?
En ' krinklende winklende waterding,
met 't zwarte kapoteke aan,
het stelde en rechtte zijn oorkes flink,
en 't bleef een stondeke staan:
`Wij schrijven,' zo sprak het, `al krinklen af
het gene onze Meester, weleer,
ons makend en lerend, te schrijven gaf,
één lesse, niet min mochte meer;
wij schrijven, en kunt ge die lesse toch
niet lezen, en zijt gij zo bot?
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nóg,
de heilige Name van God!'
(Guido Gezelle, 1858)

21 augustus 2008

Muizenmoord

De schuur staat bol van de muizen en om hierin verandering te brengen is een muizenval niet afdoende. Nu staan er vier vallen op een rij en in het ritme als van klapperende castagnetten in een flamenco, laten de muisjes zich wegvangen. Inmiddels zijn we twintig muizen verder en nog verandert het ritme niet.

19 augustus 2008

Urban Classical

Op een zondagmorgen, stond ik onder de douche.
Via iTunes schalde de zender Magnatune Classical door het huis.
Bij de eerste tonen, van wat later bleek Bellatrix te heten, sloeg mijn hart over. was wie deze muziek? Drijfnat holde ik de trap af naar de pc om te dit kunnen aflezen.
Ik heb toen direct bij de componist René Gruss (I'm in the Business of Music, not the Music Business) zijn cd besteld.
Sindsdien gedraag ik mij een beetje als zijn ambassadeur; luister!

Vakantieherinnering

Nu langzamerhand alles weer z'n gewone gangetje gaat en de Hollandse zomer meer op herfst lijkt, vergeet ik snel de vakantie, die nog maar een week geleden afliep.

Opstandige gedachte

Wat is er precies gebeurd op Golgotha en in het graf?
Hoe bereikte het vlees vanuit nederigheid en smart,
die caleidoscoop van de opstanding?
Jezus' eigen opstanding wordt een mysterie genoemd,
maar gek genoeg wil niemand er het fijne van weten.
Wat wordt er precies bedoeld als er in de bijbel staat dat Jezus uit de dood is opgestaan?
Was Hij alleen in de geest teruggekeerd, als een onbevredigd soort spook?
Kennelijk niet volgens de bijbel: de ongelovige Thomas had een vinger in een van de spijkergaten in Zijn handpalm gestoken, Hij was gezien, duidelijk genoeg, op de weg naar Emmaűs, Hij had zelfs een hapje gegeten bij een van de discipelen thuis.
Maar als Hij echt in Zijn aardse lichaam is opgestaan, waar is hij dan nu?
En als Hij zoveel van iedereen hield als Hij beweerde, waarom moet er dan ooit iemand sterven?
Merkwaardig overigens dat Hendrik Goltzius de Gestorven Christus gebruikte voor zijn Stervende Adonis.

16 augustus 2008

Openbaarheid

Ideetje voor de Nederlandse jagers?
Timmer, net zoals in Frankrijk, je jachttropheeën aan je deur.
Zo kan het volk (de mensen in het land in jagersjargon) op de hoogte blijven van je verrichtingen.

15 augustus 2008

Rattenjacht

Elke avond en elke morgen hoor ik de schoten op wilde zwijnen in de bossen rondom mijn huis. Wat is er ineens aan de hand?
Stel je voor dat er wordt bepaald dat er in Nederland maar ruimte is voor twee miljoen mensen.
Vervolgens komt de regering met de oplossing dat er veertien miljoen mensen moeten worden afgeschoten en het parlement gaat accoord en het plan wordt uitgevoerd.
Het resultaat is dat de twee miljoen overgebleven mensen allen moeten treuren om overledenen in hun familie. Wat voor samenleving kan hieruit nog voortkomen?
Klinkt misschien gek, maar dat is het niet.
Op dit moment vindt er een slachting zonder weerga plaats op de Veluwe.
In elke wilde zwijnenfamilie vallen elke avond en ochtend slachtoffers.
Waarom? Vanwege schade, klagende campingboeren, verkeersveiligheid?
Ga eens kijken in de bossen, zie de campings strak in de rasters, geen wrakken in de berm; niets aan de hand.
Een bange minister en een machtige jachtlobby zijn de oorzaak van dit drama.
Waarom wordt er met zulke dieren omgegaan alsof het ratten zijn?
Waarom laten al die groene Nederlanders niets van zich horen?

12 augustus 2008

Hoenderleed en -vreugde

Vanmiddag hoorde ik buitenshuis een hoop gekakel van de haan. Ik was gisteravond vergeten de ren af te sluiten en dus waren de kippen buiten.
Ik holde snel naar buiten en zag dat een sperwer op mijn lievelingskip was gedoken.
Het bleek een sperwerwijf en zij werd danig gestoord door de haan, die met een hoop gekakel in de aanval was gegaan om zijn hennetje te redden.
Toen ik dichtbij was gekomen vloog het sperwerwijf weg. Een paar uren lang heeft de toom zich in het kreupelhout verborgen gehouden en pas in het avondlicht zijn ze terug het nachthok ingegaan.
Voorlopig zal ik wel geen eieren kunnen rapen!

7 augustus 2008

Haast

Haast is iets dat bijna iedereen kent.
Het hoort bij het leven.
We verlengen er de tijd mee.
We kunnen net iets meer doen.
Maar haast heeft ook z´n nadelen.
Minder tijd genomen voor elkaar en anderen.
Minder gekeken en nagedacht.
Eerder afgetobt en moe.
Haast gaat het altijd goed,
En soms is de prijs erg hoog.
Een wit bestelautootje vloog mij tegemoet,
En kon mij nog wel ontwijken.
Langs de weg bleef een patrijzenmoeder,
Met nog maar één jong,
Roepen naar drie kinderen,
Waarvan ik wist dat ze haar niet zouden volgen.
Hoe zal ze om hen treuren?

6 augustus 2008

Scharrelaar


Vanaf Le Somail, lopend langs het Canal du Midi (richting Middellandse Zee), is bij paal 307 het eerste nest van de Scharrelaar. Ze nestelen graag in holte's van Platanen, in de buurt van water. De jongen vliegen nu uit en overal zitten Scharrelaars op telefoonkabels.
Je vraagt je werkelijk af; voordat er telefoonkabels waren, waarop zaten ze toen?

4 augustus 2008

Uitblazen


Niet zeuren natuurlijk.
Vanmorgen om half zeven een gesprekje met Etienne.
C'est couvert, alors il fait lourd aujourd'hui.
Een heel gesprek over het weer, maar het kwam er op neer dat het zomer is en daarmee was de kous af.
Veel gedaan deze vakantie aan ons huis. De ramen van de bibliotheek afgebrand en opnieuw in de lak, de keukenramen idem. Luiken gerepareerd, terrasvloer geverfd, overloop gerenoveerd etc.
Dit soort werk is doenlijk tot een uur of elf, de temperatuur is dan inmiddels vijfendertig graden; dus vandaag naar het strand gevlucht.
Heerlijk, aldaar zevenendertig graden in de schaduw en een wind van vijfendertig kilometer per uur.
Wijntje, baguette, worst en kaas en perziken na!
Les grandes traveaux zijn nu afgesloten. Een paar dagen luieren staan dan ook voor de deur. Vanavond is er een windje en daarvan genieten we op het terras boven de garage. Vleermuizen tellen en luisteren naar de Dwergooruil. Veel te vertellen over de heerlijke dagen in de Pyreneeën.
We beginnen met thee, of eindigen we daarmee?

Voskuil-gevoel


Net boven Pas de la Casa ligt een klein bergmeertje dat we zo'n vijftien jaar geleden voor het eerst bezochten. Ik fotografeerde er Kleine ruit in de sneeuw, zag er marmotten, filmde koeien in het water. Nu heb ik het voor het laatst gezien; ik zou geen reden weten hier opnieuw terug te keren.
Het zandpad is opengesteld voor auto's, picknickplaatsen zijn aangelegd.
De stilte wordt verstoord door krijsende blagen die achter dikkopjes aanjagen "Ils se amusent!" en discomuziek uit patserige auto's.
De natuur is er opgeconsumeerd en weggegooid.

Toch mooi



Vanuit ons hotel in Sispony meerdere excursies ondernomen.
In de zijdalen zijn toch nog heerlijke plekjes te vinden. En op kwelrijke plaatsen vonden we nog uitbundig bloeidende orchideeën, rook de Parnassia heerlijk naar vanille en groeide het Vetblad alsof het onkruid was.

Alpenglühen

Met Andorra moet je wel een haat- liefdesverhouding hebben, want enkel houden van is onmogelijk of je moet een fanatieke bouwvakker zijn. Waar je ook komt, overal staan hijskranen heen en weer te zwaaien, klinkt het geklop van pneumatische hamers en rijden vrachtwagens met steenblokken af en aan. Ook de nachtelijke aanblik van Andorra verandert snel: het Alpenglühen is nu gedurende de gehele nacht zichtbaar.

3 augustus 2008

Troumouse


Na het bad en het middageten Lourdes ontvlucht om het te verruilen voor de stilte van het hooggebergte. Het Cirque de Gavarnie werd al genoemd en geroemd door Victor Hugo; "C'est une montagne et une muraille tout à la fois; c'est l'édifice le plus mystérieux du plus mystérieux des architectes; c'est le colosseum de la nature: c'est Gavarnie!" en Georges Sand. Wij zijn hier meerdere malen geweest en om steeds enkel "sentimental journeys" te maken gaat te ver; aanleiding om dit keer ver voor Gavarnie linksaf te slaan richting Cirque de Troumouse. Wijder, maar minder hoog dan Gavarnie, vind ik het toch imposant. Sneeuw, schapen, koeien in diverse kleuren en verkoeling. Bij een berghotel nog een versnapering genuttigd en overwogen of we hier de nacht zouden doorbrengen. Niet dus, want die nacht sliepen we in Mane in de Haute-Garonne. Het was zo'n ouderwets hotel, dat al meer dan tweehonderd jaar van vader op zoon is overgedragen. De huidige zoon echter zal het bedrijf niet voortzetten volgens de praatgrage moeder des hotels. De ingewikkelde Europese regels zijn hieraan mede debet. Jammer, want zulke huiselijke hotels worden alsmaar schaarser. Vive Logis de France!
(zoals altijd: klik op de foto voor een groter beeld).

Virginia

Virginia daalt de trap af naar het spoorwegstation. Het Richmond-station is opeens een vertrek- en aankomstplek. Het is gevuld met colommen, zuilen, gevuld met een lichte brandlucht, een beetje verlaten, zelfs als het druk is (zoals nu het geval is), met geel-houten banken in lijn, die niet tot luieren uitnodigen. Zij kijkt naar de klok, en beseft dat de trein zojuist is vertrokken en dat de volgende niet eerder zal vertrekken dan over vijfentwintig minuten. Ze verstijft. Ze had zich voorgesteld (dom!) dat ze direct in de trein zou stappen of, op z'n langst, hooguit vijf minuten zou moeten wachten. Ze staat ongeduldig voor de klok, dan loopt ze langzaam een aantal stappen over het perron. Als ze het doet, als ze in de volgende trein stapt, wat dan, over drieëntwintig minuten en naar Londen gaat en door Londen loopt en de laatste trein terug neemt (die haar thuis zal brengen naar Richmond om tien over elf), dan zal Leonard gek van ongerustheid zijn. Als ze hem opbelt (er is een openbare telefooncel, kortelings hier op het station geplaatst) zal hij razennd zijn, hij zal eisen dat ze onmiddellijk terugkeert; hij zal voorstellen (hij zal dit nooit direct zeggen) dat als ze uitgeput en overdonderd raakt en als ze weer ziek wordt, ze dat aan zichzelf te danken heeft. En dat is natuurlijk het dilemma: hij heeft volkomen gelijk en heeft het volkomen fout op hetzelfde moment. Ze is beter af en veiliger, als ze in Richmond blijft; als ze niet teveel praat, teveel schrijft, teveel voelt; als ze niet in een opwelling naar Londen reist en door de straten daar loopt; en toch sterft ze op deze manier, ze sterft zachtjes op een bed van rozen.

Glimlach


In Lourdes lopen heel wat bedevaartgangers en natuurlijk ook veel nieuwsgierige toeristen rond.
De helft bestaat uit Fransen en dan komen Italianen en Duitsers, Spanjaarden en de rest van de wereld.
Wat mij steeds opvalt is dat veel Italiaanse vrouwen behoorlijk wat in hun uiterlijk investeren. Goed gekleed, goed gekapt, de nodige accessoires en flink in de make-up.
Dit alles wordt echter volkomen teniet gedaan door de chagrijnige blik die ze tonen en hun agressieve gedrag. Geen groet, geen stap opzij, geen ingetogenheid; maar aanwezig, luidruchtig telefonerend en altijd heftig kakelend.
Dit in tegenstelling tot de vele Indiërs, die natuurlijk door hun huidskleur, maar ook door hun exotische kleding, opvallen.
Rustig en vriendelijk; een verademing in een wereld die steeds onpersoonlijker wordt.
Een glimlach zie ik als de mooiste make-up.