De laatste beelden van haar. Een bewakingscamera achter de supermarkt, bedoeld om diefstal te ontmoedigen, registreerde nu het stelen van een kind. Containers, vuilnisbakken, rommel. Ze loopt van de camera af en van links komt een man die haar pols grijpt en met haar verder loopt. Ze draait haar gezicht naar hem toe en stelt blijkbaar een vraag. De man knikt. Ze lopen door, maar net voor ze achter een schutting verdwijnen, probeert ze zich los te rukken. Hij houdt haar stevig vast en dan zijn ze uit beeld. Ze werd gevonden, later, toen het te laat was. Als een lappenpop met ontbloot onderlijfje. Weggegooid als een vod. Als iets dat nutteloos is geworden. Zo werd ze gevonden. Volgens de patholoog-anatoom heeft hij haar nog geen zes uur later gedood. Gezien de verschrikkelijke staat waarin haar lichaam verkeerde, moeten die uren erg lang zijn geweest voor dat kleine meisje. Ze moeten eindeloos hebben geleken.
Een paar dagen geleden vond ik op zolder een paar kinderschoentjes.
Ze zijn minstens honderd jaar oud.
Ik zal nooit weten wie ze heeft gedragen.
Ze ontroeren mij.
Langzaam vormde zich de hierboven beschreven gedachte.
Dagelijks nieuws, fact of life bijna.
Het leven heeft duistere kanten.
Wat in Nederland een game fair heet, wordt hier in Frankrijk een salon de chasse genoemd.
Zo'n jagersfeestje heb ik vandaag bezocht.
Ik keek mijn ogen uit en ik ben op dit gebied heus wel wat gewend.
In Nederland zijn er de demo's van valkeniers, jachthonden en werphengels, zijn er stands met gadgets voor jager en vissers, van elektrisch verwarmde handschoenen tot onderbroeken in camouflage kleuren en wordt en voorlichting gegeven door de Koninklijke Jagersvereniging en soortgelijke clubs.
Dat zag ik hier ook, maar vooral veel meer.
Samen met 20.000 andere bezoekers doolde ik over een immens groot terrein waar ik alle jachthondrassen van Frankrijk kon bewonderen.
Meer dan 1500 honden werden tentoongesteld.
Ik kon er alles leren over het zetten van de meest gruwelijke klemmen en voetangels.
Mij werd even (onder-ons) geleerd hoe ik het beste de das kan opruimen, met aan het eind de goede raad: "Met deze kennis wel discreet omgaan s.v.p.!"
Jachtmunitie was er te koop tegen beursprijzen en het aanbod buksen en geweren (nieuw en oud) overweldigend.
Waarop je moet schieten werd ook aangeboden; konijnen, fazanten en patrijzen in overvloed in mooie kratjes.
Ik kon er zelfs een drone kopen waarmee ik mijn hond kon terugvinden of de zoekgeraakte jachtbuit.
Stomverbaasd was ik toen ik zag hoe er met patrijzen werd omgesprongen die werden ingezet voor een demonstratie met jachthonden en hoe iedereen dit met droge ogen aanzag.
Maar ik beleefde er ook iets moois: een prachtig rommelige Hubertusmis.
Een priester die er duidelijk zin in had en elk beest zegende die hem voor de voeten kwam.
Een schare gelovigen, die overduidelijk weinig religieuze routine bezat.
En bovenal een wanordelijke troep sonneurs, die de sterren uit de wolkenloze hemel bliezen.
Ik beleefde dus een te gekke dag!
Wat zag ik, waar dacht ik aan, wat heeft mij geraakt, vermaakt, geïrriteerd of gefrustreerd?
Soms wil ik dit delen met een toevallige lezer, maar meestal zal het iets zijn dat ik zelf niet wil vergeten en dus wil verwoorden of verbeelden. Wie schrijft, die blijft!
In 1948 als bergbewoner geboren op de helling van de Waterberg.
Vervolgens dertig jaar gewoond op de Ugchelse Berg.
Nu woon ik met mevrouw L. in de Minervois met een blik op de Canigou.
Het kan verkeren!