7 november 2013

Nachtvogel

Lag er sneeuw of zag ik enkel schittering? 
De lucht was melkgrijs, dezelfde kleur als de meeste gebouwen. 
Tussen hoge gebouwen zocht ik een weg die ik niet kende.  Ik wist niet waar ik vandaan kwam of waar ik heen moest. 
De gebouwen bewogen langzaam. Golfbewegingen vanuit de aarde die naar boven toe langzaam doofden.
Het grijs van de gebouwen veranderde geleidelijk in groenige tinten.
Met het veranderen van de kleur kwam ik in een bos. 
Groene bomen bewogen rustig in de wind.
Aan het einde van het pad stond een gebouw. 
Nu kende ik mijn doel was en bij het gebouw gekomen legde ik mijn hand op de klink. De deur opende zich zonder dat ik de klink had neergedrukt, het was de deur die opende en mij naar binnentrok.
Door een portaal kwam ik in de volgende kamer. 
Een ruime kamer, stoelen rond een lange tafel, een vergaderzaal.
Er was een overleg gaande of dat moest nog beginnen, er was op mij gewacht.
Rond de tafel zaten vier mensen en toen ik was aangeschoven, nam een kleine man het woord.
Het was duidelijk dat hij de vergadering zou leiden en stelde zijn medewerkers voor. Ik bleek ook een van die medewerkers, maar ik wist niet waarom ik hier was.
Tegenover de kleine man zat iemand van het type "spreek mij niet tegen". Een dikke, grote kalende man met een duur horloge dat hij bewust liet zien doordat hij zijn handen ver voor zich op tafel had gelegd.
Ik werd door de kleine man aan hem voorgesteld en mij werd verteld dat de dikke man onder andere de eigenaar was van een evenementenbureau en grootse plannen met het bos had. Er zou duidelijk sprake zijn van een win-win-situatie waarvan we dus allemaal beter zouden worden.
De plannen met het bos werden met behulp van een beamer vakkundig gepresenteerd.
Ik was onder de indruk.
Kende ik deze ruimte? 
Hoe kwam het dat ik niet van deze ontmoeting op de hoogte was? 
Welke rol had ik hier te spelen? 
In het licht van de beamer verschoven wanden, waardoor de vloer niet langer rechthoekig was, maar trapeziumvormen aannam. Het licht, waarmee de ruimte was gevuld, was daar zonder een bron.
Aan het einde van de presentie keek iedereen afwachtend in mijn richting.
-Kan dit allemaal?
-Is er iets dat goed ondernemerschap nog in de weg staat?
-Jij moet het maar zeggen. 
-Zonder groen licht van jouw kant gaat het allemaal niet door, wat we overigens zeer zou betreuren, temeer omdat we al zoveel stappen hebben gezet.
Behalve een man in een groen uniform met een baard knikte iedereen enthousiast en instemmend.
-Dus mogen we aannemen dat het goedkomt?
Ik hoorde mijzelf vertellen dat ik in principe ook geen beletsels zag, als het niet zo was dat er in dit bos een vogel voorkwam die zo beschermd was waardoor er binnen vierhonderd meter rondom deze vogel geen verstorende activiteiten mochten plaatsvinden. Ik zei dat we ons rijk mochten rekenen met een flink aantal van deze unieke vogels in dit bos en we ons moesten blijven inspannen om daarvoor de nodige offers te brengen.
Iedereen keek mij met stomheid aan, niet geheel zonder agressie.
De kleine man maakte met een vuistslag op tafel een einde aan de stilte: 
-En hoe mag dat stomme beest wel niet heten?
In mijn hoofd vloog een vogeltje.
Hij leek een beetje op een boomleeuwerik, maar had de grootte van een winterkoninkje.
Zeldzaam, heel zeldzaam, uniek. 
Hij kwam alleen nog maar in dit bos voor.
-Ik vraag nogmaals hoe heet dat klotebeest?
Dit werd zo hard geschreeuwd dat ik wakker werd.
Bezweet.
Ik draaide op mijn rug en keek naar het plafond.
Op het wit probeerde ik het beeld van de vogel te projecteren terwijl de beelden van de nacht langzaam vervaagden.
Van buiten klonk het vrolijkmakende gekwetter van huismussen.
Nog lang zocht ik naar de naam van een vogel die niet bestond.

Geen opmerkingen: