27 oktober 2015

Petrus en het hanengekraai

Ik voelde mij vandaag een beetje Petrus.
De aanleiding is deze: 
Hier in Frankrijk zijn Nederlanders die zich verenigen in een club van Nederlanders. Er bestaan meerdere van dit soort clubs in de verschillende regio’s van Frankrijk.
Mevr. L. en ik zijn lid van  zo'n vereniging in onze regio en vorig jaar bezochten wij hiervan een bijeenkomst.
Het was geen onverdeeld genoegen. Tijdens de lunch zaten wij ingeklemd tussen mensen die elkaar als vrienden kenden. Zo werden wij getuige van het uitvoerig uitwisselen van de maten van elkaars zwembad, het barre Nederlandse klimaat en dito belastingklimaat werd doorgenomen en de vele onhebbelijkheden van de Fransen benoemd. Zwijgend hebben we dit alles met toenemende verbazing aangehoord en besloten hierop vooral niet te reageren en het bij deze eerste kennismaking te laten.
Tot vandaag. 
Vandaag was er door de vereniging van deze regio een wandeltocht georganiseerd, nota bene aan de rand van het dorp waar wij wonen. Aanleiding voldoende voor een tweede poging om, naar wij hoopten, aardige mensen te ontmoeten.
Het is niet moeilijk om kennis te maken met aardige landgenoten, maar het is echter een stuk lastiger om kennis te maken met een groep mensen, zeker als dit een hechte groep is. Je voelt je dan een beetje buitengesloten en bij elk contact dat toch ontstaat hoop je op een zinnig en beschaafd gesprek. Zulke ontmoetingen vonden gelukkig wel plaats op deze wandeling. Je loopt dan eens met deze en dan met gene en een praatje aanknopen is zodoende veel makkelijker als tijdens een eenmaal ingenomen positie aan een lunchtafel. 
Leuke ontmoetingen vonden dus plaats, maar . . . 
In de afgelopen weken is mij niet ontgaan hoe in Nederland  de opinie over de vluchtelingen is gekanteld. De stem van de Volksunie en verwanten klinkt steeds luider en hun ongenuanceerde drogredenen hoor ik steeds vaker en luider herhaald worden.
Deze stem wordt ook in Frankrijk gehoord en opgepikt.
Aan de eettafel waar de wandelgroep uiteindelijk de lunch gebruikte hoorde ik ongewild de botte mening over vluchtelingen. Naar ik mag hopen deelt slechts een minderheid deze mening.. Maar de mening werd gehoord en niemand reageerde erop. 
Ook ik hoorde het aan en liet het begaan. 
Van de ene kant is dat wijsheid, want het gemak zoals de vluchtelingen, die in Nederland een veilige plek zoeken, werden weggezet als banenrovers en onbetrouwbare profiteurs maakte duidelijk dat enige tegenspraak  boter aan de galg zou zijn. 
Van de andere kant; ik voel mij nu een beetje als Petrus voor de aanvang van de kruisweg.
Ik hoorde de hanen kraaien en liet het begaan.

Geen opmerkingen: