Een, twee, drie, vier ... de jongen heeft zijn hoofd in zijn handen gedrukt.
Vijf, zes, zeven ... in het duister van gesloten ogen telt hij af.
Acht, negen, tien, twintig ... hij hoort gegiegel en voetstappen van zich verwijderen.
Dertig, veertig, vijftig ... dit is pas leven, bedenkt hij, zoeken en gezocht worden.
Zestig, zeventig, tachtig ... luid klinkt nu zijn stem door de stille straat.
Negentig, honderd, tweehonderd ... ergens blaft een hond en er wordt een tafellaken uitgeklopt.
Driehonderd, vierhonderd, vijfhonderd... nu nog tien tellen.
Vijfhonderdeen, vijfhonderdtwee, vijfhonderddrie... de woorden worden steeds langer en moeilijker, maar hij blijft in het ritme.
Vijfhonderdvijf, vijfhonderdzes, vijfhonderdzeven ... het hart van de jongen bonst luider.
Vijfhonderdacht, vijfhonderdnegen, vijfhonderdtien ... wie niet weg is is gezien.....ik kom!
Als een explosie draait hij zich om en zijn ogen knipperen in het licht van de avondzon.
Hij gaat op zoek, op zoek naar het leven!
28 oktober 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten