4 augustus 2018

Naar huis

Op de afgesproken tijd staat de taxi, die ons naar Besançon gaat brengen, voor de deur.
De chauffeur-eigenaar loodst ons via binnenwegen naar onze bestemming.
Hij is duidelijk trots op zijn geboortestreek en weet er veel over te vertellen.
Aan ons trekt een prachtig gevarieerd landschap voorbij.
We doorkruisen juweeltjes van dorpen en gehuchten waar de renovatiewoede van pleisterwerk en plastic rolluiken gelukkig afwezig is gebleven.
Het is even vakantie, anderhalf uur lang.
Nadat we de sleutels van een gloednieuwe Opel Mocca (jawel . . .geen grapje) in ontvangst hebben genomen, rijden we terug via de snelweg naar het noorden.
We gaan naar Montigny-le-Roi de plek waar we onze auto terug hopen te vinden om de resten van de bagage over te laden.
opname Google Earth
We passeren de plaats des onheils. 
Op het asfalt zijn nog duidelijk de slipsporen zichtbaar.
Het gat in het wildkerend raster is inmiddels met twee grote hekken voorlopig gedicht.
We schrikken van de plek.
Zo overzichtelijk, het landschap zo idyllisch, hoe kon ons dit gebeuren?
We vinden onze auto terug. Inmiddels staat hij niet meer in de eerste rij. Vele tientallen autowrakken zijn erbij gekomen, een trieste aanblik.
In de brandende zon laden we zwijgzaam de bagage over.
Nadat we de verklaring van overdracht hebben getekend, in de wetenschap dat de auto gesloopt wordt, beginnen we aan onze thuisreis.
In de avond stoppen we in Tournus.
Daar vinden we een prachtige, heerlijk gekoelde kamer.
Vanuit de tuindeuren kan ik direct het zwembad in.
Een diner onder een sterrenhemel.
Is dit het paradijs?

2 opmerkingen:

Unknown zei

Tjonge Herman, wat een vervelende gebeurtenis. Gelukkig liep het redelijk goed af en gaat het goed met jullie.

Niek zei

Zoals je het beschrijft komt het totaal onwezenlijk over. Alsof het niet had kunnen gebeuren en toch is gebeurd. Bizar.