3 november 2009

Opstaan

Hij wist niet hoe lang hij al wakker was.
Toen hij klein was werd hij 's morgens wakker met het gevoel alsof zijn ogen dichtgeplakt waren. In zijn ooghoeken zat dan iets, dat zijn moeder slaap noemde.
Zou het slaap zijn die ook nu zijn ogen gesloten hield?
Hij glimlachte bij de gedachte dat je als bejaarde weer kind lijkt te worden.
Als hij zijn ogen wel openen begon het hele circus, dat opstaan betekent en daar was hij nog niet aan toe.
De rode kleur in zijn ogen vertelde hem dat de zon al tegen de gordijnen scheen.
Wanneer hij nu zou kijken zou hij het witte plafond met de twee bruine balken van zijn slaapkamer zien.
Even dommelde hij weer in en maakte een kleine reis door Egypte.
Hij was op een stoomboot op de nijl.
Langzaam verdween de tempel van Hatsepsut uit het zicht.
Hij proefde de kers uit zijn glas martini.
Hij deed een stap naar achteren om een dame te laten passeren, zij glimlachte verleidelijk naar hem en hij werd opnieuw wakker.
Vroeger zou hij allang zijn opgestaan, nu kende hij het genot van incontinentiemateriaal en prees zich gelukkig dat Trudy hem dit had aangepraat.
Hoe laat zou het zijn?
De drukte van het ochtendverkeer was al voorbij of verbeelde hij zich dit?
Alles wordt minder, dus ook je gehoor.
Hij dacht na over zijn aftakeling.
Hij had het idee dat hij al behoorlijk op weg was richting graf; alles aan hem begon te hangen, als verlangde het naar de aarde.
"Vandaag nog niet!", zei hij hardop.
Het leek alsof hij kracht moest zetten om zijn ogen te openen.
Als eerste zag hij een vlieg die boven hem vreemde wiskundige figuren vloog.
Hij verbaasde zich dat hij nooit eerder een vlieg had bekeken die zulke mooie haakse bochten kon vliegen.
Omstandig rolde hij zich op zijn zij en sloeg het beddengoed terug.
Hij hoorde zichzelf kreunen om overeind te komen.
"Het circus gaat beginnen", sprak hij somber tegen zichzelf.

Geen opmerkingen: