11 februari 2011

Het palindroom 11022011

Een mooie dag om te onthouden, een datum die tevens een palindroom vormt.
Dagelijks heb ik de ontwikkelingen in Egypte via facebook en weblogs gevolgd en op het moment dat ik begon te denken dat de dictatuur stand zou houden, bleek de stem van de straat machtiger dan dictatoriale machten.
Het nieuws in Nederland deze week was daarentegen van een bekrompen PVV-niveau.
Wilders wil nu "tuigdorpen" voor het schorriemorrie.
Als ik Wilders zie spreken, zie ik enkel zijn mond met daarin die vreemd kwispelende tong. Het zal een tic zijn, dat steeds bevochtigen van zijn lippen, maar het heeft iets van een reptiel, vind ik.
De sprekende slang heeft al eerder model gestaan voor het zaaien van tweedracht.
In de jaren dertig van de vorige eeuw noteerde Viktor Klemperer de taal van het Derde Rijk. Uit zijn boek LTI, Lingua Tertii Imperii valt te leren dat de taal niet onverschillig is, maar dat taal kan scheppen en vernietigen.
Als je maar lang genoeg "fanatiek" zegt in de plaats van "heldhaftig" en "deugdzaam" dan ga je tenslotte geloven dat een fanaticus een deugdzame held is en dat je zonder fanatisme geen held kunt zijn.
Wilders is op dit moment de ongekroonde koning op het gebied van taalverruwing en opzweping.
Alle onbeschoftheid in de anonieme reacties op internet, krijgen door zijn taalgebruik een legitimiteit.
De minister is niet gek, maar knettergek. Mannen met kaftans worden mannen in rare jurken, mannen met baarden worden in zijn woorden haatimams met haatbaarden. Hoofddoekjes noemt hij kopvodden  en geëmancipeerde moslima's onderdrukte vrouwen. Bepaalde politieke signatuur wordt consequent aangeduid als de linkse elite, die in hun linkse kerken hun linkse hobby's beoefenen, waaronder theedrinken met schoffies, die je best twee keer door hun knieën kunt schieten voor je ze het land uitgooit.
Nederlanders geloven dat deze taal dicht steeds dichter bij de waarheid komt. Niemand neemt  het Statitisch Jaarboek ter hand om eens na te slaan wat er waar is van die "tsunamie van moslims".
Niemand denkt nog na bij de zin: "Heel veel Nederlanders ergeren zich aan de vervuiling van de publieke ruimte door de islam (...) Hoofddoekjes, haatbaarden, mannen in lange rare jurken, laten we daar wat aan doen! Onze straten moeten worden terugveroverd en Nederland moet er weer uit gaan zien als Nederland!"  (Algemene Beschouwingen 2009).
Ik zie het al gebeuren, al die mensen krijgen een halve maan op hun kleding genaaid, voordat de volgende stap wordt uitgevoerd.
Steeds vaker zie ik in mijn omgeving mensen die van Wilders zeggen dat hij ook wel goede ideeën heeft.
Vind ik ook ..... doe maar één tuigdorpje, met één tuigcontainer met als deurplaatje: PVV.
Fantastische televisiebeelden deze week.
Jonge mensen, waarvan sommige met haatbaarden, oude mannen in rare jurken, vrouwen met sluier of hoofddoek, blij met de overwinning, samen met een positief ideaal, vol verlangen om een nieuwe samenleving te vormen.
Het gebeurt in, wat wij noemen, de derde wereld.
Ik woon in de beschaafde wereld ........ hier zijn we met heel andere dingen bezig, niet met de toekomst, maar met het verleden.
Wat jammer.
Nagekomen op 22022011:
Het taalgebruik van de PVV is nieuw in de politiek en jaagt schrik aan door een ongekende absoluutheid, schrijft Adri Duivesteijn, wethouder in Almere, op de opiniepagina van de Volkskrant
Met de komst van de partij in de gemeenteraad van Almere is de stad van de ene op de andere dag in een 'orgie van geweld' veranderd (PVV-Kamerlid en fractievoorzitter in Almere Raymond de Roon). De PVV had voor elk incident een passende kwalificatie. Raddraaiers werden 'opgewaardeerd' tot 'straatterroristen', vechtende jongeren werden neergezet als 'tuig' of 'geteisem', regelmatig vooraf gegaan door 'Marokkaans'.
Voor het oplossen van de 'grote problemen van deze tijd' gebruikt de PVV oorlogstaal, schrijft Duivesteijn. 'Het wachten is op lijfstraffen en verbanning'. Raadslid Jenny Zerfowski geeft in Binnenlands Bestuural een voorzetje: 'Over drie jaar zijn wij zo groot dat we wel in de coalitie moeten komen, en dan gaan we rammen'.'
Duivesteijn schrijft dat er definitief twee verschillende manieren van politiek bedrijven zijn ontstaan. 'Aan de ene kant een manier waarin de schoonheid van de rede tot uitdrukking komt en waarin een onopgelegde plicht tot argumentatie leidt tot het overbruggen van (ideologische) tegenstellingen. Terwijl aan de andere kant zonder enige schroom wordt gekozen voor keiharde polarisatie. De PVV heeft het debat gereduceerd tot het enkelvoudig zenden van boodschappen'.
Het vocabulaire van de PVV laat volgens de PvdA-wethouder een zeer beperkt wereldbeeld zien. 'Het is hier niet de wereldburger die spreekt, maar iemand die bang is voor de wereld. Het is niet de taal van iemand die grenzen opzoekt, maar van de burger die grenzen afbakent en bewaakt, en die daarbij alle fatsoensgrenzen overschrijdt'.
Duivesteijn beschouwt het taalgebruik als een ethisch vraagstuk en vraagt zich af of dit de manier is waarop onze ideeën over beschaving, over normen en waarden, over waardigheid hun vorm krijgen.
Ik ben Goddank niet de enige die zich blijft verwonderen

1 opmerking:

Anoniem zei

Goed zo Herman, zo ken ik je weer.
Hugo