14 september 2009

Hemel

Er was eens een gemeenschap van schurken, dat wil zeggen, het waren geen schurken, maar gewone mensen. Zij bleven elkaar altijd trouw. Als bijvoorbeeld een van hen een vreemde, die buiten hun gemeenschap stond, op een ietwat schurkachtige manier ongelukkig had gemaakt - dat betekent weer niets schurkachtigs, maar zoals het gewoonlijk, zoals het gebruikelijk is - en hij dit dan tegenover de gemeenschap biechtte, onderzochten zij het, beoordeelden het, legden boeten op, vergoeilijkten en dergelijke.
Het was niet slecht bedoeld, de belangen der individuen en van de gemeenschap werden zorgvuldig in het oog gehouden en de biechteling werd het compliment gegeven waarvan hij de grondkleur al had aangeduid: "Wat? Daarover maak jij je bezorgd? Je hebt toch gedaan wat vanzelfsprekend was, zo gehandeld als je moest. Iets anders zou onbegrijpelijk zijn geweest. Je bent alleen wat overspannen. Kom toch tot jezelf!" Zo bleven zij elkaar altijd trouw, ook na de dood verbraken zij de gemeenschap niet, maar stegen in rijen naar de hemel. Over het geheel was het een schouwspel van de reinste kinderlijke onschuld, zoals zij daat vlogen. Daar echter voor de hemel alles tot zijn elementen uit elkaar wordt geslagen, stortten zij als rotsblokken omlaag.
Kafka

Geen opmerkingen: