8 september 2009

Treinreizigers

Wij zij, met het aards bevlekte oog beschouwd, in de situatie van treinreizigers die in een lange tunnel zijn verongelukt en wel op een plekje waar je het begin niet meer ziet, maar het licht aan het einde zo klein, dat de blik het telkens weer zoeken moet en het voortdurend kwijt is, waarbij begin en eind niet eens zeker zijn.
Maar overal om ons heen zien wij, in de verwarring der zinnen of in de overgevoeligheid der zinnen, niets als monsters en naar gelang van de stemming en de verwondering van het individu, een verrukkelijk of een vermoeiend kaleidoscopisch spel.
"Wat zal ik doen, of waarom zal ik het doen?" zijn geen vragen van deze oorden.
Kafka

Geen opmerkingen: