Ik ontwaakte door de stilte.
"Alweer sneeuw?", dacht ik en ik werd bijna droevig van het vooruitzicht op het vele werk dat dit weer met zich mee zou brengen: het erf sneeuwvrij maken, brandhout aanvullen, het water voor de kippen ontdooien, het dak van het houthok ontlasten van het sneeuwgewicht, ploeteren door het bos met de hond.
Toen ik alles had gedaan en met een natte rug zat uit te blazen in de paardenstal, dacht ik aan de zin “Er is een wet dat je gelukkig moet zijn”, geschreven door Heinrich Böll, in zijn verhaal: “Mijn bedroefde gezicht”.
Ik werd er meteen vrolijk van en als beloning brak de zon door waardoor ik lekker opwarmde: "Het geluk kan niet op!"
30 januari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten