11 januari 2010

Jammer

In de negentiende eeuw waren een aantal zaken prima geregeld. Dat gold zeker voor het openbaar vervoer. Ik verbaas mij er altijd weer over hoe snel de spoorlijnen in geheel Europa werden aangelegd. Tezamen met de stoomtram was er een praktisch en perfect openbaar vervoer.
Dankzij de dramatische uitvinding van de viertaktmotor in 1867 is echter de auto op aarde verschenen en opnieuw moest er een infrastructuur worden toegevoegd: wegen, wegen en nog eens wegen.
Hoe zou de wereld eruit hebben gezien als Nikolaus Otto nooit op het idee van een verbrandingmotor was gekomen?
De windmotor beleefde tegelijk met het spoor een ongekende bloeiperiode.
Nu zie ik de verlaten spoorlijnen en verruineerde windmotoren vooal als een teken dat vooruitgang vaak geen betere toekomst waarborgt.

Geen opmerkingen: