2 december 2010

Droomfabriek

Slapen bij oma in Den Helder betekende dat je naar de grote enge zolder werd verbannen.
Onder de balken stond het grote bed dat ik samen met mijn broer deelde.
De lichtschakelaar bevond zich onderaan de trap en als ons welterusten was gewenst werd beneden het licht uitgedaan en was de duisternis volkomen.
Ergens in het dak bevond zich een klein raam waardoor met een vreemd ritme het licht van de vuurtoren De Lange Jaap naar binnen scheen.
We lagen onder een grote, bonte lappendeken, die ooit door onze moeder was gemaakt. Toen zij met mijn vader trouwde en het huis verliet is die deken daar achtergebleven.
Wellicht voorvoelde zij dat eens haar kroost hier onder zou overnachten tijden de vakanties.
Het was een dikke, zware deken, gevuld met een soort donkergrijze kapok.
We hadden maar één boek om mee in slaap te komen: Het Beest van Calvo. Het is een beschrijving van de Tweede Wereldoorlog in stripverhaal. De Duitsers worden als wolven voorgesteld, de Engelsen als buldoggen, de Japanners als apen, de Amerikanen als bizons enz.
Ergens in het boek waren plaatjes van martelpraktijken. Onder andere van konijntjes  (Fransen) die op brute wijze in een badkuip onder water werden gedrukt. Ik smeekte mijn broer, als ik wist dat  deze afbeeldingen op het volgende blad zou staan, twee pagina's om te slaan. Hoewel beloofd, toonde de volgende lichtflits van de vuurtoren de gevreesde prenten. Angstig kroop ik dan onder de dikke deken en hoopte dat enge dromen mij bespaard zouden blijven.
Als ik dan werd geplaagd door nachtmerries verweet ik dat niet mijn broer, maar de lappendeken. Ik was er op een vreemde wijze van overtuigd geraakt dat het zware gewicht van de deken de dromen veroorzaakte en ik begon hierom de deken te haten.
Telkens als ik nu een lappendeken zie, die inmiddels quilts zijn gaan heten, moet ik terugdenken aan die nachten op zolder aan het Sumatraplein in Den Helder!

Geen opmerkingen: