In de buurt van mijn vorige woonplaats in Frankrijk staat de abdij van Fontfroide, een beroemd klooster dat een behoorlijke touristische trekpleister is.
Eergisteren, tijdens een rondritje in de wereld rond St.Chinian zagen mevrouw L. en ik een richtingbord dat naar de abdij van Fontcaude verwees en nieuwsgierig geworden lieten we ons verwijzen.
De abdij uit de XIIde eeuw bleek een behoorlijk ruïneus geval dat ik daardoor meer charme dan het opgepoetste Fontfroide vond hebben, want het gevaar van teveel restaureren is, dat het overgaat in fantaseren.
(Fontcaude verwijst naar een warme bron, zoals Fontfroide dat uiteraard naar een koude doet).
En tot mijn grote verrassing bleek hij nog te bezichtigen ook.
Een half kerkschip, een kloostergang met nog maar een boogje, een oliemolentje en een museumpje waar vooral beeldfragmenten werden tentoongesteld die tijdens het graafwerk voor de restauratie te voorschijn waren gekomen. Omdat de klokken in de twaalfde eeuw ter plekke werden gegoten was er mooi, fijn beeldhouwwerk van de contramallen.
Een paardenkopje van slechts drie centimeter vertederde mij.
In alle opzichten een ontdekking op slechts een kwartier van huis.
21 december 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten