Het is niet koud en toch vind ik het kil.
Voor mij uit rent de hond.
Hij vind het leuk, zo samen te wandelen, duidelijk een kuddedier.
Hoeveel kuddedier ben ik zelf?
Deze gedachte zorgt ervoor dat mijn wandeling langer wordt dan gepland.
Het alleen zijn is, vanaf het moment dat ik op mijn zeventiende van huis wegliep met als doel een hippiedroom in Ankara te verwezenlijken, tot de dag van vandaag een terugkerend onderdeel van mijn gedachten.
Ik word heen en weer geslingerd tussen het verlangen naar complete isolatie en gezellige gezelligheid.
Natuurlijk ben ik geen hermafrodiet zeg ik tegen mijzelf, maar waar komt dat gevoel vandaan dat als ik deel uitmaak van een groep, niemand in de gaten heeft dat ik mijzelf isoleer.
Ik herken dat volop bij mijn broers en dat is op zich weer een geruststellende gedachte: het is geen keus maar een erfelijke kwestie.
De hond komt mij kwispelend tegemoet, hij herkent mij van ver.
Ik voel mij verwarmd en tevreden vervolgen wij onze weg naar huis!
Ik voel mij verwarmd en tevreden vervolgen wij onze weg naar huis!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten