"Godverdomme, dat heb ik weer!" briesde hij, "verdomme, verdomme, verdomme!"
Zijn voet stuiterde op het gaspedaal, zodat luid geronk zijn gevloek overstemde.
Op het moment dat het licht op groen sprong vloog zijn auto met slippende banden voorwaarts.
Hoofdschuddend werd hij door wachtende voetgangers nagekeken. Hij scheurde over de Hanzestraat naar het volgende verkeerslicht, "Laat dat alsjeblieft groen zijn!" riep hij bezwerend. In zijn spiegels zag hij de auto's die met hem voor rood hadden gewacht en hij wilde ze niet nogmaals gezelschap houden; hij zou voor lul staan! Hij stampte zijn rechtervoet fel naar beneden en juist toen het licht op oranje sprong knalde hij over de kruising.
"Yes, yes, yes!" gilde hij. Zijn derde uitroep werd overstemd door een doffe dreun.
Direct werd het donker in de auto. Felle kleuren rood en blauw schoven over de voorruit. Automatisch trapte hij op de rem en daardoor vloog het lichaam dat zijn ruit bedekte naar voren en verdween uit zijn blikveld. Vegen rood kleurden zijn zicht op de weg,
Het was stil.
Alles was stil.
Iemand liet zijn fiets vallen, holde naar een plek vlak voor zijn wagen en knielde neer.
De stilte hield aan tot hij hem verbrak door wanhopig te roepen: "God verdoem mij, God verdoem mij!" en hij wist ineens hoe zijn verdere leven er uit zou zien.
1 opmerking:
Slik, poeh, maar wat een juweeltje.
Een reactie posten