12 mei 2009

Antireligiositeit

Antireligiositeit en antikerkgezindheid zijn mijns inziens achterhaald, ouderwets en bovendien inopportuun. Je kunt dan net zo goed tegen Duitsers, Fransen of Nederlanders zijn. Als je al van een werkelijk gevaar kunt spreken, dan schuilt dit eerder in het oprukkende nihilisme, het IK-denken, dat niet meer door enige ideologie in toom wordt gehouden.
De invloed van kerk en geloof is in het verleden zo verschillend geweest dat je van daaruit nu moeilijk kunt beargumenteren waarom je voor of tegen zou moeten zijn.
De rollen die kerk en geloof in het verleden hebben gespeeld weken ver af van de regie-aanwijzingen. Zo kent de katholieke kerk een lange traditie van antisemitisme. De huidige paus wenst tijdens zijn bezoek aan Israël zijn blik niet te laten gaan over de tentoonstelling in het Yad Vashem, waar men kennis kan nemen van de lakse houding die het Vaticaan en paus Pius XII in het bijzonder tijdens de oorlog innamen ten aanzien van de Shoa. Dit neemt niet weg dat menige jood gedurende de oorlog bij een katholieke familie was ondergedoken en dat niet vergeten mag worden hoe ferm kardinaal de Jong zich uitsprak tegen de jodenvervolging. Echter van het aardse toneelstuk wordt de uitvoering vergeten, maar het script blijft bewaard.
Waarom schrijf ik dit op?
Ten eerste omdat ik wil nadenken wat de rol van religie was en is en hoe de rol zou kunnen zijn - hoe zou de wereld er uitzien zonder kerken?
Ten tweede: ik word vaak geconfronteerd met een kerk die er malle ideeën en meningen over de samenleving op na houdt en druk bezig is om zichzelf door middel van manipulaties overeind te houden en word ik door deze en gene ter verantwoording geroepen dit te verklaren. Ik kan en ik wil dat niet, want voor mij is de kerk niet een instituut, maar een groep van mensen die zich verbonden voelt door zijn geloof, hoe moeilijk dat ook door elk individu afzonderlijk is te verwoorden.
Zoals ik aan het begin al opmerkte, zie ik een oprukkend nihilisme en egoïsme dat niet te beteugelen lijkt. Ik wil niet beweren dat geloof en kerk hierop een passend antwoord hebben en verwacht van mij geen missie of zending. Waar ik mij nog wel eens over op wil winden is de gemakkelijke antigodsdienstige gezindheid, die vanaf de zestiger jaren bon ton is geworden en die gebaseerd is op geestelijke luiheid en een slecht waarnemingsvermogen. Nu overal ideologieën sneuvelen behoren de kerken vaak tot de weinige instellingen die zich bezig houden met de vraag hoe het eigenlijk zou moeten. Het zijn vaak de kerken die in landen waar de problemen iets groter zijn dan bij ons op de bres hebben gestaan voor vrijheid en democratie.
De nihilisten zouden eens preciezer moeten beargumenteren waar hun anti-kerkelijke houding op is gebaseerd. Ik verwacht dat het hemd heel wat nader dan de rok zal blijken te zijn!