1 februari 2010

Denken

Waar denk ik aan als ik niets te denken heb?
Is dat nou een rare gedachtekronkel of is dat een universele gedachte.
Denkt iedereen wel eens: “Ik heb nu tijd om te denken, maar wat, waaraan?”
Terwijl ik dit noteer, gaan mijn gedachten terug naar mijn jeugd.
Ik weet mij nog te herinneren dat er momenten waren, vaak aan het einde van een vakantie, dat ik mij bewust was dat het hele leven nog voor mij lag, de hele wereld nog ontdekt moest worden, hele bibliotheken gelezen moesten worden en dat mondde dan uit in nietsdoenerig rondhangen.
Op zich was dat heerlijk, ik herken het ook nu nog bij de jeugd. Er is zelfs de term hangjongeren voor bedacht.
Het besef dat het leven oneindig is, dus waarom al dat gedoe.
Heb ik nu datzelfde gevoel?
Dat kan haast niet, want ondertussen heeft de tijd niet stilgestaan.
Onwillekeurig denk ik toch wel eens hoe de resterende tijd moet worden ingevuld.
Nu is nog een belangrijk deel van mijn leven gevuld met werken; brood op de plank.
Dat betekent ook collega’s, relaties, cursussen, overleggen, gesprekken, ontdekken.
Als dat er niet meer is, wat komt daar voor in de plaats?
Zo gaat denken al snel over in tobben, dus laat ik maar eens wat gaan doen!

Geen opmerkingen: